Deel VIII: Less is more... - Reisverslag uit Antwerpen, België van An D'hont - WaarBenJij.nu Deel VIII: Less is more... - Reisverslag uit Antwerpen, België van An D'hont - WaarBenJij.nu

Deel VIII: Less is more...

Door: An

Blijf op de hoogte en volg An

02 Juli 2016 | België, Antwerpen

‘Traveling is the only thing you can buy that makes you richer’

Deel VIII: Less is more…

Het is bijzonder boeiend en zelfs opmerkelijk om eens stil te staan en te beseffen wat je mist, maar vooral bij wat je niet mist. Tijdens mijn trip maakte ik me vaak de bedenking: ‘mijn god, dit ga ik missen als ik terug aan de andere kant van de wereldbol ben’. Maar wanneer ik voor de zoveelste keer gebeten werd door een aggressief beestje dacht ik ook wel eens bij mezelf: ‘verdoeme, dit ga ik nu echt niet missen sie!’

Wat heb ik gemist? Bitter weinig eigenlijk. ‘Het is pas als je iets niet (meer) hebt, dat je het mist’. Wel, deze vlieger is in deze niet opgegaan…
Toen iemand me vroeg wat ik miste, zei ik altijd: ‘football & cheese’.
Tijdens de eerste weken in Vietnam miste ik mijn voetbal. Gent was vorig seizoen landskampioen geworden en deze viering en alles eromheen waren ronduit fantastisch. Geweldig wat dit met een kleine stad en relatief arme club doet. De feestelijkheden duurden maar door en zelfs tijdens de laatste dagen van onze Gentse Feesten liepen we nog met onze blauw-witte sjalen rond onze nek. Amper een week later begon het nieuwe seizoen alweer en de sfeer was ongezien. Ik keek enorm uit om terug op mijn stoelke te zitten en de eerste match van het nieuwe jaar was er eentje om niet gauw te vergeten. Mij is het uiteraard om de voetbal zelf ook te doen maar nog veel meer om alles daar rond: de sfeer, de Buffalo vriendjes, iedereen tegen komen, de pintjes, het blijven hangen na de wedstrijd… Dat waren voor mij lange tijd mijn favoriete ontspanningsmomenten geweest en ik amuseerde mij altijd te pletter.
Telkens als er een thuiswedstrijd was en ik de ontelbare facebookberichten zag, piekte het toch beetje en kreeg ik een steekje in mijn hart. Ik had er graag bij geweest en meegevierd. Ik besefte uiteraard wel dat ik er iets prachtigs en vele malen unieker voor in de plaats had gekregen maar toch… Ik miste mijn voetbal…
Het ging Gent voor de wind in de eerste helft van het seizoen en toen we gingen overwinteren in de Champions League, de mooiste competitie ter wereld, vielen er toch een paar traantjes van geluk… en van gemis. Tijdens de laatste wedstrijd die we thuis speelden, zat ik op Bali. De wedstrijd was om 3.45am local time en ideaal want tegen dan was ik ongeveer thuis van LL. Bloednerveus was ik en de hele avond moesten de Harimo’s mijn zenuwen temperen. Op mijn bed belde Geoff me via facetime om iedereen dag te zeggen en live mee de CL hymne te aanhoren vanop mijn vertrouwde stekje. Man, man, man, de tranen stroomden met tuiten. Erna keek ik samen met mama en papa via facetime naar de wedstrijd. Geweldig, onvergetelijk moment maar mijn hartje bloedde… Ik miste mijn voetbal…

Mijn laatste avondmaal met family en best friends was uiteraard one of my favorites: ‘kaas en wijn’. Die Aziaten zijn nu niet bepaald de beste wijntelers. En al smaken die pintjes daar stuk voor stuk, als Bourgondische Vlaming zijn we toch wel verknocht aan een dagelijks druivensapje… In Vietnam is dat nagenoeg niet mogelijk. Je kan er uiteraard in de duurdere etablissementen Franse wijnen verkrijgen maar als budget reiziger hou je het bij streetfood of een goedkoop resto’ke. Na een paar maanden had ik echt reuze goesting in een glaasje lekkere vino. Ik droomde ervan…
Ik heb daar eigenlijk nooit bij stil gestaan maar er gaan in BeNe niet veel dagen voorbij zonder een portie kaas, onder welke vorm dan ook. Hoe vet ze ook zijn, een dieet zonder mayo of kaas was voor mij altijd verloren moeite, hou ik toch niet vol. In vele gebieden in Azië kan je ronduit geen kaas vinden. In de meer toeristische streken zoals in Thailand of op Bali vind je bepaalde soorten, scheiteduur en zonder veel smaak…
Ik herinner me een gelukzalig moment bij een Franse jongen in Phnom Penh. We zaten aan de toog met een lekker glaasje Franse wijn te praten over wat ik het meest miste. ‘Voetbal en kaas’. ‘Hoezo kaas’?, vroeg hij. En een half uurtje later zat ik in een Frans expat resto’ke te genieten van mijn eerste bordje kaas. Hemels!!!! Ook toen M&M met een stuk Port Salut aankwamen in Jakarta en nadien mama in Ubud, wist ik met mezelf geen blijf.
Op Bali ging ik altijd bij Hardys om Babybel, veel meer was er niet te krijgen…
Het is voor de eerste keer dat ik mij eigenlijk goed realiseerde dat West-Europa de enigste regio is ter wereld waar je goeie kaas kan krijgen. In Amerika en Australia krijg je van die vooze, smakeloze schelletjes in plastic tussen je burger. Als je in Bali een toast cheese-tomato bestelt, krijg je een sponsje met geraspte kaas. Schelletjes kennen ze daar niet.
Eten is heel vaak hét gespreksonderwerp onder collega’s die langdurig rondtrekken of Europeanen die voorgoed aan de andere kant zijn blijven plakken. Het viel me altijd op hoeveel -en dan vooral de Fransen, Nederlanders, Belgen en Zwitsers- er kaas bovenaan hun verlanglijstje hadden staan. Altijd grappig ook om een Indonesiër kaas te zien proeven. Ze vinden de textuur vreemd en zijn niet gek op de smaak. Cultural differences…

Het hing ook vaak af van land tot land. Myanmar bijvoorbeeld is nog vrij ongerept qua famous world brands, zoals Starbucks, Body Shop, H&M en… Coca Cola. Je kan daar enkel gewone Cola krijgen, geen Fanta, Sprite of light producten. Ik miste daar een verfrissende Cola Light. Maar je legt je daar zo snel bij neer… het is er gewoonweg niet, en daarmee basta.
Toen ik uit Vietnam weg was, miste ik de overheerlijke ice coffee. Had die weken aan een stuk bijna dagelijks gedronken en het was zo’n vast ritueeltje geworden. Damn, die Vietten hebben goeie koffie!

Sofie, de Canadese dame waar ik enkele dagen mee in Myanmar heb rond getrokken, had altijd leuke oorringetjes aan. Ze miste dat en had die lokaal gekocht. Ik was stiekem jaloers en heb me later op Bali ook verschillende setjes gekocht. Zalig om terug met een juweeltje te kunnen rond huppelen. Da was nu iets waarvan ik dacht dat ik het nooit zou gaan missen.

Ik vond het eigenlijk wel leuk om met zo weinig kleren rond te trekken. Nooit hoef je te kiezen, nooit het probleem ’s ochtends van: ‘wa ga k vandaag es aandoen’ of vijf keer veranderen voor je uiteindelijk de deur uitgaat. Less is more… Maar af en toe, vooral in de grootsteden of in den uitgang heb je wel eens zin om iets deftigs aan te trekken. Vaak dacht ik plots aan een bepaald stuk uit mijn kast of zag ik locals met leuke outfits lopen en dan had ik daar ook echt wel eens zin in. Je beseft dat je zoveel kleren hebt, maar er geen toegang tot hebt… Maja, dat zijn sporadische momentopnames die je zo snel weer vergeten bent doordat je geprikkeld wordt door veel leukere zaken.
Wa ik daarentegen echt wel gemist heb zijn de warme kleren, regenjas en goeie stapschoenen. Had ik vooraf geweten welke natuurwonders ik zou gaan beklimmen en vooral onder welke weersomstandigheden, had ik me toch wel beetje voorzien.

Omdat je zolang van huis weg bent, ver weg van familie, vrienden, een vertrouwde omgeving en al dat materiële, ga je toch vaak es wegdromen. Dat zijn meestal van die instant moments als je alleen bent, net terug van een groepstrip, moe of verdrietig bent, ergens te lang blijft hangen of plots ergens iets ziet of hoort. Na enkele maanden kreeg ik vaak zin om zo eens heel even bij mama aan de keukentafel te zitten kletsen, of bij Schwanzie in haar keuken. Dat waren de plekken waar ik de laatste maanden tijdens het weekend het meeste tijd spendeerde en het meeste van genoot. Heel even maar… Plots kon ik verlangen naar een koffie’tje of babbeltje aan de toog bij timmies of gewoon eens in mijn zetel voor tv te liggen. Mijn eigen zetel, mijn vertrouwde omgeving. Je gaat ook beetje affectie missen. Wij kussen en knuffelen eigenlijk heel veel. Emoties ronduit uiten zit in onze maatschappij ingebakken. Aziaten tonen nooit emoties en hebben die gebruiken dan ook niet, zelfs niet onder intimi.
Wij contacteren ook de hele dag door. We denken aan iets en pakken gewoon de telefoon. Wij zijn het zo gewend dat je overal en op elk moment toegang hebt tot ‘contacten’: sms’en, bellen, app’en, mailen, facebook… Het is niet iets wat je echt mist, veeleer een gewoonte die je even ‘on hold’ moet zetten. Vaak had ik mijn telefoon al in de hand dat ik besefte: ‘oei ja, da gaat hier nie…’.

Na 6 maanden rijst, noodles en een heel beperkt assortiment vleesjes, begin je wel wat lekkernijen te missen. Vaak besef je pas wat je gemist hebt eens je er terug toegang tot hebt. Toen ik in Sydney aankwam, wist ik niet waar ik het had: koffiekoeken, brood ’s ochtends, zalm, vlezen, yoghurt, sauzen, kaas en hesp, sla en tomaten. Die supermarkten daar waren een groot feest! Zelfs na maanden kon ik niet wennen aan die kom rijst als ik uit mijn bed kwam. Elke ochtend opnieuw had ik gewoon zin in brood. In de grootsteden in Australia starte ik mijn dag steevast met een lekker chocoladekoekske, een suiske of een croissantje. En mijn dag was weer goed begonnen…

Tuurlijk ga je bepaalde zaken missen of na lange tijd naar vertrouwde gewoontes verlangen, maar dat gemis is allemaal zo relatief. Het is alsof je als gestopte roker plots zo’n moment hebt dat je zin hebt in een trekje. Dat gaat over luttele seconden en dan is t weer weg, even kruist het je pad, prikkelt het je zintuigen, heel even maar en dan is t weer weg gevlogen, even snel als het gekomen is. En voor je t weet, zit je met je gedachten al ver weg.
Ik heb eigenlijk bijzonder weinig echt gemist. Ik stond eigenlijk versteld van wat ik dacht dat ik zou missen en helemaal niet heb gemist!

Vaak zei men mij via facetime of via berichten dat ze me begonnen te missen. Ik zei nooit: ‘ik jou ook’. Gewoonweg omdat dat een pertinente leugen zou zijn geweest. Ik miste niets of niemand. Ik had zoveel moois, aantrekkelijks, nieuws en geweldigs in de plaats gekregen, zoveel leuke mensen rondom mij. Nee, ik miste eigenlijk niemand, bizar…

I love my bed! Zo’n kings size box spring waar ik het liefst de hele dag in lig te stinken. Maar eens ik het niet meer had, miste ik het niet. Ik heb in kramikelige bedden geslapen, op matjes op de grond, zonder matjes op de grond, in een swag, in een hangmat, in stapelbedden, op bussen, vliegtuigen en treinen, op stro, in t gras, op t strand, op planken of poefen,… Ontelbare keren had ik pijn aan mijn rug, schouders of bekken van de kapotte ressorts, van te hard of slecht te slapen. Maar geen enkele keer heb ik gedacht: ‘nu zou ik geld geven om in mijn eigen bed te liggen’, nooit! Less is more…
‘Uit het oog, uit het hart’. Dat was eigenlijk met bijna alle materiële zaken zo. Ik miste geen auto, geen tv of pc, geen dressing of schoenenkast, geen keukenarsenaal of bad. Je hebt dat daar allemaal niet nodig, waarom zou je? Zonde van de tijd… meer dan boeiends en interessants genoeg om je zintuigen en hartje draaiende te houden.

De lijst van wat ik ga missen straks is echter vele malen langer dan de eerste. Weet amper waar te beginnen… hoewel wat ik het meest van al ga missen jullie niet zal verwonderen: de ZON! Je kan je niet voorstellen wat het is om maanden aan een stuk elke dag op te staan met de zon. Thuis heb ik vaak moeite om op te staan, zeker als ik niets moet doen. Tenzij de zon schijnt, dan heb ik geen moeite om, zelfs met een kater, mijn bed uit te stappen.
Toen ik vorig jaar met M&M voor het eerst naar Thailand ging tijdens onze winter, besefte ik wat dat kon doen met een mens. Heerlijk om je batterijen weer op te laden en energie op te doen. Voortaan zou ik elke winter enkele weken naar de zon gaan.
Het werden 8 maanden…
Ook al stap je eens met je verkeerde been uit je bed, dat is zo snel vergeten als je enkele ogenblikken later omarmd wordt door moeders mooiste.
Ik kon me vroeger nauwelijks voorstellen dat je ergens leeft, waar er altijd zon is, waar het altijd warm is. Bestaat dat echt? JA! En wat dat betreft zijn wij echt aan de verkeerde kant van de aardbol geboren.
Het is het thema waar mensen –niet alleen de Britten- het meest en vaakst over praten met elkaar, het weer. Dat geeft al aan hoe belangrijk, primordiaal dat is voor ons. Stel je dan eens voor dat je hier nooit hoeft over te spreken want het is alle dagen mooi en warm weer. Sounds like paradise to you? Well, it is!!! Dit is paradijs! This is all I ever wanted! Dit is reden genoeg voor mij om mijn boeltje te pakken en aan de andere kant van de wereld te gaan leven. Elke dag op slippertjes, altijd een mooi kleurtje, nooit een trui, een jas, nooit paarse voeten, dode vingers, nooit een lange broek, altijd te voet of met de fiets, nooit de verwarming moeten aandraaien (die hebben ze trouwens niet), nooit moeten rekening houden bij events, feestjes, wat dan ook, want het is altijd mooi en warm, de ZON is er ALTIJD…

En in een land waar de zon altijd schijnt, waar het altijd mooi en warm is, ligt het tempo stukken lager. Mensen leven trager, rustiger, aangenamer. Het hoort bij hun cultuur. Kijk maar naar het verschil in tempo en levens- en werkritme in Noord en Zuid Europa.
Ik schrol me rot toen ik tijdens mijn eerste week in Hanoi een winkeltje binnen stapte en de mevrouw lag daar gewoon op de grond te pitten, tussen haar waren. Even tukje doen… hilarisch. Ik wou iets bestellen maar dierf haar niet wakker maken… Ben dan maar elders gegaan… Mensen leven op een heel ander ritme, veel rustiger. Ik hoef hier geen opsomming te maken van wat dat voor impact heeft op je lichaam en geest…
Als ik straks weer op die sneltrein zit, weet ik zeker dat ik dit rustige, aangename, tempo’tje wel beetje ga missen… net zoals dat gelukzalige gevoel van zorgeloosheid en kwaalloosheid. Door het leven wandelen zonder zorgen, zorgen stress, zonder druk of haast, zonder tijdsbesef en vooral zonder kwalen. How is that?!!
En tegelijk van elke dag een ontdekkingsreis maken, naar mezelve, naar vreemde culturen, naar de pracht van de natuur, naar de geschiedenis van de landen, naar ‘the people’. Elke dag nieuwe mensen leren kennen, zoveel bijleren en nieuwigheden ontdekken. Je boeltje kunnen pakken wanneer je maar wilt, of ergens lekker lang blijven plakken zonder dat je verder ‘moet’. Elke dag opnieuw je zin doen, doen waar je zin in hebt, het werkt verslavend… en waar je aan verslaafd bent, dat ga je missen…

‘D206 is the day I discovered that there is actually another mother out there that I love as much as I love my own! Heb ze heel lang aan mijn zijde gehad en heb ontdekt dat haar schoonheid, haar puurheid en haar grootsheid grenzeloos zijn. Zowel in de lucht, als op de grond en vooral onder de zee… Ik heb het allermooiste bewonderd wat er op aarde te zien valt: rainforest, jungle, volcanos en natuurlijk de Great Barrier Reef. Maar ik heb daarnaast even hard genoten van uren naar de zee te liggen staren, of in de botanic gardens te wandelen. Ik ben gek op palm en coconut trees. 240 dagen lang kruisten die onophoudelijk mijn gezichtsveld. Mijn god, wat ga ik de grenzeloze schoonheid en rust van moeder natuur missen…

Ik verheug er mij op om terug die goeie Vlaamse kost te eten, een lekker wijntje of Gin Tonicske te drinken, of een pistolet’ke met préparé of boterhammeke met kaas te eten! Kan niet wachten… en de menu voor de eerste week is set! Maar tegelijk ga ik die lekkere, verse, lichte Aziatische keuken missen. Hét geheim om zonder moeite slank te blijven! De Vietnamese keuken heeft mijn hart gestolen en ik ga dromen van die lekkere smoothies en fresh mango juices! Ik hoef het niet meer te hebben om te beseffen dat ik het mis, ik weet het nu al!

Net als die live music. Dorien was daar ook gek op. Het is precies als je in Sumatra geboren bent, kan je sowieso gitaar spelen en goed zingen. Strontjaloers was ik daar op. Die konden allemaal, maar werkelijk allemaal wel iets. Muziek verenigt/herenigt mensen, maakt mensen vrolijk, zorgt voor plezier en vermaak, gezelligheid, muziek maakt een mens gelukkig, muziek maakt mij gelukkig! Uren heb ik genoten van die gasten. Daar kon ik maar niet genoeg van krijgen. Stiekem ga ik dat wel missen…

Wanneer ik in Australia was, schreef ik na enkele dagen naar mijn Harimo: ‘I miss the simplicity, mentality, the beauty and the people of Indonesia’. Een leven zonder veel regels, alles kan en mag, anywhere, anytime… Iedereen doet gewoon zijn zin en niemand die erom maalt. Mensen zijn daar zo ongelooflijk verdraagzaam en alles en iedereen leeft daar maar in harmonie. Iedereen respcteert elkaar en laat mekaar gerust en begaan. Less is more…
De duizenden gratis glimlachen en vriendelijke ‘hello’s’ die je elk moment van de dag naar je toegeworpen krijgt zijn priceless! Scootertje huren en rond cruisen, fietsje nemen en beetje verkennen. Tripje maken, no worries, ze komen je ophalen en brengen je terug. Altijd en overal een gezellig praatje kunnen maken, al dan niet met locals, daar word je gewoon instantly vrolijk van.
Net als van dat dagelijks massageke, goh, hoe heerlijk! Toen mama kwam, kon ze maar niet snel genoeg een salon binnen gaan en we gingen meteen voor de ‘four hand massage’ in Ubud. Nooit begrepen dat Schwanzie dat niet wou… ‘onbekend, onbemind?’ Nu, wat mijn geval betreft, ‘bekend, overbemind’. Ik kan ze niet meer tellen… Soms meerdere per dag, soms uren aan een stuk,… En Maris, ik moet je zonder enige twijfel gelijk geven, niks kan ooit tippen aan die Thaïse ouwe vrouwtjes, there’re the best! Ik heb echt genoten van mijn ontelbare massagekes op Bali maar nimmer of nooit konden die tippen aan de hemelse, wonderbaarlijke handen van Siam.

Siam, Thailand, my all time favorite. Hoewel Bali natuurlijk heel erg in de buurt komt. Mijn eerste dag op Bali, 19 december, poste ik ’s avonds: ‘D60: Bali; love at first sight…’. Slechts heel zelden, waarschijnlijk sechts luttele keren in een mensenleven, vaak geheel onverwacht, kom je ergens op een plek terecht waar je overwelmd wordt door een heel goed, warm gevoel, kriebels in je buik, apart en uniek, instantly happy, waar je verliefd wordt op het eerste gezicht. Ik wist het meteen en mijn gevoel kon niet juister zijn (is achteraf gebleken). Zoals ik toen die zaterdagochtend in mei voor de eerste keer mijn huisje binnen ging. ‘wow, dit is het!’. Drie dagen later heb ik getekend en het huis was van mij. Ik wist het zeker. Dàt gevoel! Precies dat is wat ik voelde die eerste avond op dat Indonesische eiland en ik ben er niet meer weg geraakt… Elke keer toen ik uit Bali weg ging, was het met pijn in het hart. Maar elke keer werd ik getroost door de gedachte dat ik toch nog terug zou gaan… De eerste keer was na een mindere week op Langkawi, Malaysia. Ik kon niet wachten en ik was bloednerveus toen ik van die vlieger stapte en wist dat ik enkele uren later terug op mijn vertrouwde barkruk kon gaan zitten. Elke keer opnieuw telde ik de uren af, droomde ik ervan de dagen voordien, werd ik instantly happy bij de gedachte alleen al. Vanaf december ging ik door het leven met het onbeschrijflijke gevoel van plezier dat ik altijd en overal ‘terug kon’. Toen ik met Dorien naar de Gili’s trok, toen we erna op Lombok zaten, toen ik met Geoff bij de buren zat, toen ik op het wondermooie Flores aan het genieten was, toen ik net aan de andere kant van de evenaar in Singapore zat en zelfs toen ik uiteindelijk op een ander continent beland ben. Altijd en overal was ik gerustgesteld. Ik kon morgen terug als ik dat wilde. Het gevoel Bali altijd dicht bij me te hebben, het gevoel enkele muisklikken verwijderd te zitten van mijn paradijsje, maakte me o zo gelukkig. Duizenden keren heb ik die Australiërs vervloekt, voor alle mogelijke redenen, maar vooral omdat ze de onbeschrijflijke chance hebben een boogscheut verwijderd te zijn van de plek waar ik vanaf het eerste moment tot op vandaag verliefd op ben geworden. Zou ik er wonen, ik maak er mijn wekelijkse weekenduitstap van, no doubt about that! Ik neem een abonnement!
Ik hoef er zelfs niet te zijn, te wonen, gewoon het gevoel en het feit dat ik elk moment erheen kan, dat ik het bijna kan ruiken, dat ik ‘eraan’ kan, is voldoende. Wel dàt gelukzalig gevoel ga ik verdomme heel hard missen. De tranen springen in mijn ogen als ik er nog maar aan denk… ander onderwerp…

Wat een luxe leventje eigenlijk, met zo weinig zoveel hebben en zo gemakkelijk kunnen leven. Kleren vuil, laundry om de hoek. Tourist bus services die je in de nabijheid van je guesthouse of hostel oppikken om je naar je volgende bestemming te brengen. Op ‘Hostelworld, Booking of Agoda’ nog snel slaapplekje regelen en als t niet anders kan, taxi onderhandelen, kost toch geen drol. Rugzak niet nodig, lockertje scoren. Kleren teveel, laat ze achter en pik ze later weer op. Heb je ergens pech, ze helpen je altijd en overal maar al te graag. Nooit of te nimmer voel je je onveilig. Het is zo simpel, zo makkelijk, zo zalig! Wel die simpele luxe ga ik missen. Less is more…

Daarnaast kan ik nog tal van kleine dingetjes opnoemen, onbenullige zaken waar je op één of andere manier toch gehecht aan raakt. Mijn klein rugzakje, ‘my buddy’, was altijd en overal bij mij. Vaak zat ik er in mezelf tegen te praten. Als ik hem ergens achterliet, hoorde ik hem in mijn gedachten huilen of piepen. Hij wilde liefst tegen me aan zitten, mij voelen, mij aanraken. Ik vond het zo leuk hem altijd bij mij te hebben. Hij was ‘part of me’ als ik erop uit trok. Hij was loyaal en bewees altijd zijn diensten. Hij was er altijd…
In de maanden voor ik ben vertrokken, zaten Maris en ik vaak urenlang te praten over reizen, te fantaseren en te sparren. Op een middag haalde ze haar ‘dagboekje’ boven die ze volgeschreven had toen ze in 2004 8 maanden lang is gaan reizen. Ze las stukjes voor en moest er vooral zelf heel hard om lachen. Ze droomde weg en ze straalde alsof ze het gisteren beleefd had. ‘Je moet ook een dagboekje bijhouden’ spoorde ze me aan. ‘Of beter, een soort blog’. Ze toonde me ‘waarbenjij.nu’ en ik scrolde er enkele uren doorheen. Leek me wel wat. De eerste dagen in Vietnam vertelde ik ronduit over wat ik gezien had, ervaard had, meegemaakt had en beleefd. Ik sliep toen alleen in een private room en dat was het ideale tijdsverblijf ’s avonds voor het slapen. Het is daar om 5pm donker en na het eten vond ik dat gezellig, met mijn Ipadje nog ergens beetje schrijven. Vele mensen reageerden en vonden het leuk om te lezen. Meer en meer mensen begonnen me te volgen. Soms vergat ik wel eens dat het eigenlijk publiek is. Niet alleen de mensen in mijn mailinglijst kunnen meelezen, maar ook vrienden van vrienden, reiscollega’s die ernaar vroegen en eigenlijk gewoonweg ‘iedereen’. En ondertussen is mijn dagboek ruim 8.000 keer bekeken. Maar bovenal vond ik het zelf hartstikke leuk. Het werd een soort houvast, een vast ritueel en ik voelde me zelfs beetje lastig als ik enkele dagen niet kon schrijven. Ik had er plezier in en deed het ook ongelooflijk graag. Had ik eerlijk gezegd nooit gedacht. Als ik eens een stukje terug las, moest ik eigenlijk zelf altijd lachen… grappig die verhalen… Ik heb het uiteraard in eerste instantie voor mezelf gedaan, als een soort ‘dagboek’, om dingen niet te vergeten, als eeuwige herinnering. Maar nu ik er binnenkort een einde moet aan breien, besef ik pas hoe ik er zelf van genoten heb, hoe graag ik het eigenlijk deed. Ik moet toegeven dat ik het ga missen…

Terwijl ik er toch een aantal zaken in heb verteld die ik absoluut niet ga missen. Die eindeloze, gebruikelijke vragen: ‘Where are you from? What’s your name’ How long are you here for?’ Man, man, man, dat komt je strot uit na een tijdje… soms praatte ik dagen niet met mensen omdat ik genoeg had van die riedels. Over and over and over and over again… Toen ik op de bus zat van Siem Reap naar Bangkok, zat er een Belgische meid bij me. Ze zou een maand door Cambodja trekken alvorens naar India te gaan. Ze was begonnen in Sihanoukville en is er niet meer weg geraakt. Ze stond te huilen omdat ze een vliegticket had geboekt naar India. Het liefst wou ze gewoon tot het einde van haar dagen daar vertoeven. Ik snapte dat niet goed. Ik vond het zonde van je tijd. Ik had al 6 weken rond getrokken van de ene naar de andere stad, van het ene naar het andere land en had met Vietnam, Myanmar en Cambodja al zoveel gezien op amper 1,5 maand. Maar toen ik dat overdacht op de bus, was ik stiekem wel jaloers. Zo eens niet de hele tijd kennis maken en 1 of 2 dagen later weer afscheid moeten nemen. Elke dag opnieuw die riedels, en elke dag opnieuw ‘goodbye, enjoy your trip, be safe’. Eens wat langer op dezelfde plek kunnen blijven en mensen wat beter leren kennen. Chillen, relaxen, ontspannen, boekje lezen,… Niet elke dag of om de paar dagen die rugzak weer hoeven te pakken, slaapplekjes en transport boeken. Nee, gewoon eens rusten… ergens blijven plakken, moet heerlijk zijn. Ga dat ook eens proberen, dacht ik… haha…
Eens je uit dat ritme valt, eerst Phuket met Schwanzie en dan Bali met M&M, lijkt het moeilijk er weer in te stappen. Nadat M&M vertrokken waren, ben ik nog 10 dagen op Bali blijven chillen tot mama kwam. Toen was het weer tsjollen en plots waren er tijdslimieten en deadlines… Toen Adriana me in maart op het strand vroeg: ‘An, waarom ga je niet naar Australia?’ dacht ik, pfff, nee, heb geen zin meer in die tsjolmodus. Nog geen maand later was ik volop aan t backpacken en rondtrekken, enkel nog dormitories, nachtbus op, tent in, tripjes maken, meer dan ik ooit gebackpakt had. 7 weken lang… (maar ik wist dat ik erna terug naar mijn paradijsje kon…)
Nee, die lawaaierige dorms met stapelbedden met vreslijke ressorts, krakende en piepende stangen, snurkende koeien, onbeschofte spleten, luidruchtige Fransozen, veel te kleine plafondjes waar je om de haverklap je hoofd tegen stootte, nee dat ga ik echt niet missen. Maar elk nadeel het z’n voordeel. Elke avond voor het slapen gaan nog een gezellig babbeltje kunnen doen, altijd mensen om je heen als je wakker wordt, dat is wel lekker en gezellig. Daarom dat ik straks eerst een paar dagen bij mama wil gaan vertoeven voor ik terug alleen in mijn huisje ga wonen. Ik heb schrik dat er een leeg, stil gat gaat zijn als ik wakker word…

Het zal wel een gat zijn zonder beestjes. Die voze, vieze, vreselijke kakkerlakken in mijn badkamer, onder mijn matje, in mijn rugzakje, die ga ik niet missen. Noch de geur van die stinkende repellent… Mijn laatste avond op Sumatra sliep ik in een hotelletje in Medan met mijn jungle boy. Die kamer zat vergeven van de kakkerlakken, gelukkig van die kleintjes. Ik kwam net uit de jungle dus dan kan je dat niet veel schelen. Op den duur laat je ze gewoon zitten. Ze doen toch niks. Maar toen ik diezelfde avond in Singapore bij Schwanzie op de kamer mijn rugzak opende, sprongen ze er gelijk uit… ze volgen je overal die creeperds. Rotzakken zijn het! Laat ze maar daar!
Ze houden van je zweet. In LL stonden er tissue doosjes op de bar en tafels, niet om je neus te snuiten of te kuisen, nee, om je zweet mee van je voorhoofd af te vegen. Rond de evenaar heb je een vochtigheidsgraad van 98%. Dat kan je je niet voorstellen als je dat nog nooit hebt meegemaakt. Ook al is de temperatuur niet heel hoog, toch zweet je de godganse dag, altijd, overal. Het is er gewoon. In begin moest ik daar aan wennen en vond ik dat ambetant en zelfs smerig. Je hebt net gedoucht en bij het buitenkomen uit je airco kamer, ben je gelijk terug zeikenat. Maar dat went tot je er eigenlijk geen last meer van hebt. Mijn eerste dagen in Sydney had ik echt koud, niet zozeer omdat het koud was (het was er 23 graden), eerder omdat ik niet meer voortdurend liep te transpireren. Ik miste het zelfs… bizar want in het begin dacht ik altijd, miljarde da ga ik nu es niet missen…
Net als die vuile wc’s… jezus christus! Ik wil er niet meer aan denken waar ik overal op gezeten heb. De ergste waren in Vietnam, Cambodja en Myanmar. In die laatste heb je nergens potten, nee, van die Franse wc’s of gewoonweg gaten. Wc papier? Banee, ze gebruiken dat niet. Enkel zo’n slangetje om je gat mee af te spoelen. Hoe graag ik dat ooit had gekund, ik had altijd schrik da’k helegans nat ging zijn. Hoe kan je dat nu mikken? En ben je dan echt schoon? Tja, daar malen zij waarschijnlijk niet om, als ze maar eten hebben vandaag…

De cultuurschok die 21ste oktober was huge! Temeer omdat ik niet wist wat ik zag die eerste uren in Hanoi. Dat verkeer, die miljoenen scooters, dat getuut, knettergek werd ik ervan! In het begin vond ik die scooter geweldig op Bali, beetje cruisen van stad tot stad, ideale manier om maximaal te tannen ook. Maar toen ik tijdens mijn laatste tien dagen naar Ubud reed om Benny en Gabs te gaan bezoeken, dacht ik de hele tijd: wel, ze mogen het hebben mee hun druk gedoe!

Er zijn nog wel een paar dingetjes die ik mogelijks wel niet zal missen, die f*cking regels in Australia, die rijst voor mijn neus om 7u ’s ochtends, altijd maar onderhandelen over alles en nog wat (weinig zaken zijn vast geprijsd), dat eeuwige gezeur ‘transport? transport?’, die enorme afstanden die wij absoluut niet kennen,… maar wat ik nu echt eens niet ga missen, zijn die flesjes water. Nergens in Asia mag je van de kraan drinken. Gevaarlijk!
Wij zijn het zo gewend, voor ons is het vanzelfsprekend, ik heb nooit anders gekend. Dit is de grootste luxe die wij hebben: van de kraan mogen drinken!

LESS IS MORE!!



  • 05 Juli 2016 - 19:28

    Smurfin :

    Hi, ondertussen heb ik al een aantal verhalen gehoord maar dit verslag vind ik toch wel een van de mooiste. Deze keer heb ik een traantje moet wegpinken:). X

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

An

"Omdat het kan"

Actief sinds 13 Okt. 2015
Verslag gelezen: 432
Totaal aantal bezoekers 39535

Voorgaande reizen:

28 Mei 2017 - 05 Juni 2017

Ode aan Bali

13 December 2016 - 12 Januari 2017

Tigers for X-mas

20 Oktober 2015 - 11 Januari 2016

"Omdat het kan"

Landen bezocht: